• Toegankelijk voor iedereen

  • Gratis oriënterend gesprek

  • Jouw belang voorop

HomeNieuwsGevolgen van een onterechte eigen aanvraag faillissement

Gevolgen van een onterechte eigen aanvraag faillissement

Nieuws - ondernemers

 

Een onterechte eigen aanvraag van faillissement kan leiden tot aansprakelijkheid van het bestuur van een vennootschap. Oók wanneer het bestuur de schuldeisers van de vennootschap juist wil beschermen.

In principe bepaalt de wet dat het eigen faillissement van een BV (Besloten Vennootschap) of NV (Naamloze Vennootschap) alleen kan worden aangevraagd met toestemming van de Algemene Vergadering. Het doel daarvan is het beschermen van de aandeelhouders van de vennootschap. Dat wil niet zeggen dat het doen van een aanvraag zonder toestemming, de aanvraag ongeldig maakt. Integendeel: het uitspreken van het faillissement heeft dan gewoon rechtskracht. Wél is het zo dat een onterechte eigen aangifte kan leiden tot aansprakelijkheid van het bestuur (artikel 2:9 BW).

De faillissementsaanvraag van bestuurder Y

Een bijzondere situatie deed zich een halfjaar geleden voor in een uitspraak van de Hoge Raad op 21 december 2018. Het bestuur van een vennootschap (vennootschap X) kreeg voorwaardelijke toestemming om faillissement aan te vragen, wanneer het bestuur dat noodzakelijk vond. Na de toestemming vonden er echter activiteiten gericht op herstructurering en het aantrekken van nieuwe financiering plaats. Een goed teken, zo leek het. Toch vroeg de bestuurder (bestuurder Y) het faillissement aan omdat het hem/haar niet langer verantwoord leek om de onderneming voort te zetten. De Algemene Vergadering vond dit opmerkelijk aangezien een klant kort voor de faillissementsaanvraag een belangrijke handtekening had gezet. Hiervan was bestuurder Y niet op de hoogte.

De uitspraak

Bestuurder Y werd door de curator aansprakelijk gesteld op grond van onbehoorlijk bestuur. Tot aan de Hoge Raad vond men dat de aanvraag van het faillissement niet strookt met de handelingen die werden verricht. Oftewel: de beoogde voortgang van de vennootschap die bleek uit de herstructureringsplannen, strookte niet met de faillissementsaanvraag. De Hoge Raad besloot dat een faillissementsaanvraag kan leiden tot bestuurdersaansprakelijkheid. Daarbij moet worden gelet op de omstandigheden van het geval, en of de belangen van de gezamenlijke schuldeisers met de aanvraag zijn geschaad. Bestuurders hebben de plicht om nauwkeurig te kijken naar de financiële situatie van een vennootschap en niet te snel over te gaan tot het aanvragen van een faillissement. Gebeurt dat wel, dan ligt aansprakelijkheid op de loer.

 Klik hier om naar de betreffende uitspraak te gaan.

Wil je meer weten over dit of een ander onderwerp, neem dan contact met ons op via (050) 3603768 of info@lw.nl. LW Advocaten helpt je graag!

 

Yung Li