• Toegankelijk voor iedereen

  • Gratis oriënterend gesprek

  • Jouw belang voorop

HomeNieuwsStudievoortgang en verblijfsvergunning

Studievoortgang en verblijfsvergunning

Nieuws

Studenten die niet aan de voortgangseis van de Gedragscode Internationale Student Hoger Onderwijs voldoen, kunnen in grote problemen komen. Dit kan leiden tot het niet kunnen voortzetten van de studie. Voor buitenlandse studenten kan er ook een probleem ontstaan voor een verblijfsvergunning. In voorkomende gevallen beoordelen speciale commissies van een onderwijsinstelling over het niet hebben voldaan aan de studievoortgangseis verontschuldigbaar is. Als dat het geval kan een student de studie toch voortzetten of wordt een verblijfsvergunning niet beëindigd.

De regeling met betrekking tot de verontschuldigbaarheid is vastgelegd in de artikelen 7.51 van de WhW en artikel 2.1 van de regeling. Hier staat in dat in dat het niet voldoen aan de studievoortgangseis verontschuldigbaar kan zijn als sprake is van ziekte, zwangerschap en bevalling, een handicap of chronische ziekte, bijzondere familieomstandigheden en een onvoldoende studeerbare opleiding. Veel onderwijsinstellingen beperken de toets tot deze punten. Andere omstandigheden kunnen in de visie van veel onderwijsinstellingen dan ook niet leiden tot verontschuldigbaarheid van het niet voldoen aan de studievoortgangseis.

Uitspraak tegen de Rijksuniversiteit Groningen

In een uitspraak van 25 februari 2021 heeft het CBHO in een zaak tegen de RUG bepaald dat niet alleen moet worden getoetst aan de hierboven genoemde omstandigheden maar dat ook voor andere persoonlijke omstandigheden moet worden uitgemaakt of deze tot verontschuldigbaarheid van het niet voldoen aan de studievoortgangseis kunnen leiden. Dit blijkt niet alleen uit de expliciete tekst van de artikelen 7.51 van de WhW en artikel 2.1 van de regeling maar ook uit de totstandkomingsgeschiedenis van de artikelen. Nadrukkelijk is bedoeld om een hardheidsclausule in te bouwen. Dus ook als een student zich door andere dan de genoemde omstandigheden in de problemen komt en niet genoeg punten heeft behaald moet de onderwijsinstelling beoordelen of leidt tot de conclusie dat het niet voldoen aan de studievoortgangseis verontschuldigbaar is.

Intussen heeft de RUG in een nieuwe beslissing op bezwaar laten weten dat betrokkene alsnog mag afstuderen en de IND dat er een nieuwe verblijfsvergunning wordt verleend.

Klik hier om naar de uitspraak te gaan: Uitspraak CBHO 2020/136

Voor vragen over dit onderwerp kunt u contact opnemen met mr. V.L. van Wieringen via (050) 360 3768 of info@lw.nl.